zaterdag 15 oktober 2011

Eglise de Chanet






Alle natuur- en macrofotografie en tekening Basilica:
Marlies Prieckaerts

Andere fotografie:
zoals vermeld

Alle teksten en poezie:
Jan Smulders

De blogteksten staan in chronologische volgorde!

zaterdag 1 oktober 2011

ergens in de Cantal


Hoog in de bergen van de Cantal, au bout du monde zoals het daar heet, ligt een bescheiden ogend kerkje. Vermoedelijk daterend uit de IXe eeuw en sindsdien slechts een klein beetje uitgebreid.
Het is een robuust en stevig gebouw dat uitziet op het oosten, over de machtige loofbossen en ravijnen van de streek. Volgens de archieven is het in 924 ingewijd.
Van binnen uiterst sober en ingetogen, veel meer als een rudimentaire doopvont en een altaarsteen is er niet. Het dorp dat erbij hoorde is totaal verdwenen, een van de vele villages disparus in Frankrijk en Belgie; meestal werden de dorpen verlaten door een epidemie of reeksen misoogsten. Het frappante is dat van dit dorpje, op de kerk na, helemaal niets meer te vinden is.

De ligging, de omgeving en de serene eenvoud van het kerkje geven al snel een soort van religieus oergevoel dat slechts weinig kan verschillen van wat de kerkgangers hier eeuw na eeuw hebben gevoeld. En wat toen nog een normaal deel van het leven was.

Het kerkje is gewijd aan Saint Julien, een romeinse soldaat die vanwege zijn geloof is onthoofd (304 na Chr.); rondom zijn persoon is het Christendom in de Auvergne opgebloeid.

Met dit blog wil ik iets van de sfeer en de inwerking van deze kerk en de plek waar ze is gebouwd weergeven.
Als eerbetoon en als herinnering, wellicht herinnering aan een mogelijke toekomst.

In elk geval een album in woord en beeld.

donderdag 15 september 2011

treed binnen




panoramafoto:
Philippe Martin

Meer details:
 http://levagabondauvergnat.blogspot.com/2014/08/la-chapelle-de-chanet.html


en via deze link:
  https://images.app.goo.gl/FytXorby96qRKK2o8

 

en (ministerie van cultuur):

 https://www.pop.culture.gouv.fr/search/list?resPage=2&listResPage=2&mainSearch=%22eglise%20de%20chanet%22

donderdag 1 september 2011

eenzaam luisterend

Daar ligt ze: la bell'endormie




foto: philippe martin

Meer details via deze link:

 http://levagabondauvergnat.blogspot.com/2014/08/la-chapelle-de-chanet.html

en via deze link (filmlocaties):

 https://images.app.goo.gl/FytXorby96qRKK2o8

 

en recent via de site Cantal Passion:

 https://www.cantalpassion.com/territoire/patri-moine/patrimoine-culturel/edifices-religieux/5805-eglise-saint-julien-de-chanet-allanche

maandag 15 augustus 2011

perspectief van de gedichten



De foto's van Chastres of beter: Chanet, laten een stokoud Romaans kerkje zien, Au bout du Monde zoals het daar heet, dat me toen ik het bezocht, een enorm gevoel van religiositeit
bezorgde.
Bovenop een helling, en uitkijkend op een vallei met oude loofwouden.
Als een gestrande ark ligt ze daar.
Zonder cement gestapelde stenen,plakken in elkaar gehangen leisteen als dakbedekking.
La bell' endormie.
Het raampje achter het monolitische altaar op het Oosten gericht.
Buiten dat altaar was er alleen nog een oersimpele doopvont:
een rechthoekig rechtopstaand rotsblok met een kuiltje voor het doopwater.

Ik was diep ontroerd door de eenvoud en de kracht van het geloof dat uit deze plek sprak.
Vele jaren later (toen ik de dia's terugvond) heb ik een gedichtencyclus geschreven voor dit kerkje en de mensen die het bouwden en er samenkwamen.
Frappant is dat de veldschuren -burons geheten- in dat deel van de Auvergne, dezelfde basisvorm hebben.
De beide bovenstaande foto's laten een Buron en zijn naaste omgeving zien.

Een interessante site met veel wetenswaardigheden over het leven in die tijd is:

http://cantalroman.free.fr/Histoire/quotid.htm#aper%C3%A7us

Volgens de historicus en streekkenner Pierre Moulier had de Kerk uit de vroegromaanse tijd met name de volgende functies:
maison commune, lieu de refuge, entrepot, cimetiere (aussi terre d'asile) en natuurlijk was het ook de plaats voor de toediening van enkele sacramenten: doop, huwelijk, eucharistie.
Belangrijk was dat het een maison du peuple was, dichtbij de mensen dus.

maandag 1 augustus 2011

vrijdag 15 juli 2011


I : La mer qui manque


Gestrand

als een ark

op brandende aarde


aan boord slechts

schamelte

maar oprecht.


Gebukt

waar het spant was,

nu het gewelf.


En tot absis

werd de kiel.


Enkel de branding

ontbreekt


in dit ijle ruisen

dat stenen tijd klieft.





vrijdag 1 juli 2011

II: Tortue


Verholen in de tijd

een schildpad van steen.


Het Woord werd verspreid

martelaars geboren,


relikwieën gesprokkeld

waar men nog wees met het bot.


Gedrongen huist het.

En broedt.


Weinig licht

veilig oord.


Want van hier is de storm

van hier het eerste schreeuwen.


Hier stierf het duister

hier worstelt het licht.


Oogt naar het Oosten

blind naar het Westen.


Gedrongen.

Broeds.



woensdag 15 juni 2011

III: Saint-Julien, saint-patron


Verlaten harnas

ziet de arend

cirkelend


tot het Woord

wordt ontwaard

achter steen.


Ecclesia,

bidden en bouwen

de vuisten gevouwen

het Latijn klinkt vertrouwd.


Vanachter de sneeuw

kwam een soldaat

om te helpen

om te stichten


om te leren

dat men soms het leven laat.


Hij boog de bergdemonen

en knielde:

temde de angst

met namen.

.

Zoals oevers

het wildste water sussen


in de vouwen van meanders.



woensdag 1 juni 2011


IV: Comme un buron


Schuur voor een kudde

of voor graan na de winter:


op rots overleven

maakt spaarzaam en waaks.


Uit een steen het altaar,

een kuiltje de vont


en net genoeg licht

gelaten


om elkaar te zien

de handen gevouwen.


De muren zijn dik

maar buigen devoot


over het herkauwend vee.

Kiemgraan na de kou.


zondag 15 mei 2011


V: Point d’orgue


Het orgel is van basalt,

de adelaar zoekt cantilenes

in de spleten.


Dit is een stenen sarcofaag

waar oude angsten doven


waar men bidden leert

met opgeslagen ogen

en niet weet van kathedralen

met glas in lood en spitse bogen.


De voegen zijn van leem

toegesmeerd met zweet en tranen.

Zo dicht en klein dit stenen kribje

dat geen gebed een echo heeft.


Maar elke psalm die oostwaarts keert

onder deze ronde bogen heen

krijgt een tweede stem van boven mee


en de rotsen galmen:

orgelpunt van naast de tijd.







(foto: eniko.pascal)

zondag 1 mei 2011


VI: L’huître-tombeau


Graf van de eenvoud.

Tombe voor dode deugden.


Jaar en dag

het oog op Jeruzalem

maar nu ten prooi

aan profanere profeten


en de wanen van

heel even.


Verlaten

als nog nooit,

echo die vergruist.


Vanuit de lucht

bijna een oester

gesloten


of slapend

als de vulkanen…


als deze aarde.



vrijdag 15 april 2011

in de luwte





foto's: js 1984

De Kluis Valkenburg



Dichter bij huis is er een plek met een korter verleden, maar met een zelfde sereniteit, kalmte en devote plaats in de natuur.


Boven op de Sjaelsberg, bij Schin op Geul, ligt De Kluis, een hermitage waar vele kluizenaars hebben gebeden en geleefd. De kluizenaarswoning met simpel kapelletje ligt bovenop een heuvel temidden van machtige oude loofbomen.. Aan de voet van de heuvel meandert de Geul voorlangs de drie kastelen Gen Hoes, Schaloen en Oost. En vanuit de verte kijken de holle gaten van de ruine op de Heunsberg toe.

De Kluis is door een van de heren van Schaloen gebouwd en geschonken aan een dolende prediker;

wat heiligheid in de buurt van het kasteel leek hem een prettige bijkomstigheid van deze goede daad.

De kluis werd gaandeweg een pelgrimsoord.

Enkele kluizenaars werden beroemd vanwege hun kennis van de natuur en de geneeskruiden.

Na de dood van de laatste heremiet raakte de Kluis in verval.

Maar sinds 1975 is de restauratie aangepakt en is het gebouwtje weer in volle glorie hersteld.

Ook de bedevaartsgang naar de Kluis is weer in ere hersteld: de Sjaelsbergergank is ieder jaar een hoogtepunt in de volksdevotie.


Een bezoek is, buiten het toeristenseizoen, zeer de moeite waard.

De simpele maar oprechte sfeer van het kapelletje en de immense natuur rond die plek zijn weldadig rustgevend.

Mijn vader heeft de tekening gemaakt.

vrijdag 1 april 2011

poezie bij De Kluis


Ermitage De Kluis


Dit bos

was zijn kerk

het Geuldal

zijn brevier


Hij bad voor elk

maar voor wie hem voedde

beetje meer


Zijn hoofd

sliep op steen

zo hield hij dromen ver


en onder bogen van bomen

zijn mergelcalvarie.


Iemand die zo leeft

is wonder en legende

helpt soldaten aan een vluchtweg

bidt de wonden weg.


Zelfs als je niet gelooft

is het waar.


Lopen naar de Kluis:

frambozen te over

en schelpen te grabbel

naast het mergelpad.


Santiago de Compostella

op kleine leest geschoeid.



© js 150606



dinsdag 1 maart 2011

abri sous roche (een andere tijdmachine)






De kerk van Chanet en de Kluis liggen beide hoog óp een heuvel of berg en zien uit op hun omgeving.
De naam abri-sous-roche wordt gegeven aan van nature beschutte plaatsen, die meestal ónder een overhangende rotswand zijn gelegen. Dit waren in vroeger tijden ideale plaatsen om beschut te wonen: aan alle kanten omgeven door steen en alleen aan de open zijde een goed uitzicht en makkelijk te verdedigen.
In Valkenburg, onder aan de heuvel waarop De Kluis ligt zijn een aantal van dergelijke abris's in de mergelwand te zien. De datering is niet helemaal duidelijk maar het is niet ondenkbaar dat deze schuilplaatsen stammen uit de steentijd.

Elders schreef ik er dit over:
We zijn als kinderen regelmatig op die plekken geweest, daar bij de Daolkesberg, onder De Kluis en vlak aan de spoorlijn Heerlen Maastricht.
Indiana Jones in Mergelland.Zo spannend speelden we daar.
Heel veel later , toen ik daar eens met mijn lief wandelde, hebben we zelfs geschuild in zo’n abri, tijdens een hevige onweersbui. Het uitzicht over de Geulvallei en het compacte gehucht Oud-Valkenburg met zijn twee prachtige kastelen vlak bij elkaar is erg fraai; deze plek moet al duizenden jaren een fraai en weids panorama hebben geboden aan ieder ander die hier schuilde.
Steeds heb ik op die plaatsen het gevoel gehad dat het plekken met een lange en donkere historie waren.
Nu blijkt waarom.
Een paar maanden geleden werd hier via opgravingen bewoning aangetoond van misschien wel tienduizenden jaren geleden. Op deze plek woonden mensen die jaagden, vuur maakten, en werktuigen; die hier vrijden en baarden, verhalen vertelden terwijl ze jaargetijden trotseerden.

Bij Bomal, in de vallei van Aisne en Ourthe, ligt het verstilde boerengehucht Juzaine.
Vermoedelijk altijd onopgemerkt tot er toevallig in de rotswand een ruimte werd ontdekt waar mensen uit de jonge steentijd (Magdalienperiode, 17.000-10.000 voor Chr.) hadden gewoond en gewerkt. Er werden houten en benen harpoenen gereedschap gevonden en, zeer zeldzaam, een sieraad: een oorhanger in de vorm van een kever.
Vandaar: la grotte du coleoptere (de Kevergrot).

Op beide plaatsen, zowel in de mergelabri als in de Coleopteregrot in Belgie is de zelfde sterke en geisoleerde verbondenheid met de natuur te voelen als in het kerkje in de Cantal en de kluizenaarskapel op de Sjaelsberg. Die verbondenheid is de basis voor leven en overleven, zowel fysiek, als mentaal en spiritueel.
Het zijn plaatsen die als een soort tijdsmachine functioneren: als je er je voor openstelt kun je je heel dicht bij die mensen, hun leven, hun zorgen en blijdschap voelen.

 
Vrouwenmantel en vuursteen
(Daölkesberg)

Mantel van mergel
vrouw bij het hout.

Hij kapt de pijlen
hier aan het vuur

tuurt naar omlaag
volgt het water,
zoekt vacht in zijn vlucht
of een verloren schreeuw.

Zacht is de sneeuw
dit leven hard.
Snelle prooi is dunne buit
-de meeste vuursteen mist-

Vrouw bij het vuur
mantel bij avond.

Hij spitst zijn pijlen per splinter.



© js 0606



dinsdag 15 februari 2011

interlude: verstilling in haiku



In het oevergras
Groeien bomen van heel ver
Water droeg het zaad.


Oude meander
Zo vindt dit water zijn weg,
Oevers bewegen.


Jij bleef dezelfde
Ook al werd je veel ouder
Steen in het water

interlude 2: over bidden

Bidden is met name stilstaan bij jezelf, je wensen en beperkingen, je noden en je pijn.
Je kunt je richten op de God in jezelf, of op de God buiten jezelf.
Bidden is in beide gevallen contact maken of trachten te maken
Contact is een latijns woord dat zoveel als aanraking betekent.
Bidden is iets dat raakt.

Hier twee mooie en eenvoudige gebeden. Het eerste is een vertaling van het Onze Vader uit het Aramees, de taal van Jezus. Het tweede is een gebed van Sint Franciscus.

Onze Vader

Bron van zijn, die ik ontmoet in wat me ontroert, ik geef u een naam opdat ik u een plaats kan geven in mijn leven.

Bundel uw licht in mij - maak het nuttig.

Vestig uw rijk van eenheid nu.
Uw enige verlangen handelt dan samen met het onze.

Geef ons wat we elke dag nodig hebben aan brood en aan inzicht.

Maak de koorden van fouten los die ons verbinden aan het verleden zoals ook wij anderen hun misstappen kunnen vergeven.

Laat oppervlakkige dingen ons niet misleiden.

Uit u wordt de al werkzame wil geboren,
de levende kracht om te handelen,
het lied dat alles verfraait en dat zich van eeuw tot eeuw vernieuwt.

gebed van Franciscus

Heer, maak van mij een instrument van uw vrede
Laat mij waar liefde is liefde brengen.
Laat mij waar wrok is vergeving brengen.
Laat mij waar tweedracht is eenheid brengen.
Laat mij waar dwaling is waarheid brengen.
Laat mij waar twijfel is geloof brengen.
Laat mij waar wanhoop is hoop brengen.
Laat mij waar duisternis is, licht brengen.
Laat mij waar verdriet is vreugde brengen.
Heer, maak dat ik er meer op uit ben
te troosten dan getroost te worden
te begrijpen dan begrepen te worden
te beminnen dan bemind te worden.
Want door te geven krijgen wij
door ons te vergeten vinden wij
door te vergeven wordt ons vergeven
door te sterven verrijzen wij tot het eeuwige leven.

dinsdag 1 februari 2011

bewegende beelden

In minstens 1 film figureert het kerkje.
Het gaat om de film Le frere du guerrier, uit 2002.
Een sobere maar zeer sfeervolle avonturenfilm die in de vroege Middeleeuwen speelt.
Het gaat om de reis om verloren kruidenkennis terug te vinden.
De regisseur vond het wel nodig om aan het oorspronkelijke kerkje een pastorie van bordkarton te bouwen en het interieur van fresco's te voor zien.
De film is op DVD en VHS verschenen en wordt apart vermeld bij de IMDB.

videobeelden via YouTube:

https://www.youtube.com/watch?v=5DeKMaWO4fg

https://www.youtube.com/watch?v=jHA5OuMoNGg

https://www.youtube.com/watch?v=NvkWwTq595s


zaterdag 15 januari 2011

ekklesia of basilica

In de honderden jaren die onze tijd scheiden van de tijd van het sobere kerkje in Chanet, is het christelijk geloof enorm veranderd in zijn beleving en manifestatie.
In de tijd van Chanet was het een intieme geloofsgemeenschap, waarbij het ervaren van het geloof plaatsvond temidden van de leefgemeenschap, op een manier waarbij het leven en de natuur op een vanzelfsprekende manier verbonden werden met de verkondigingen van het geloof.
De gelovigen vormden de kudde en de priester hun herder; samen op aarde op weg volgens het evangelie. Deze gemeenschap werd aangeduid met het Griekse woord Ekklesia (vrg. Het franse woord Eglise, dat echter meestal wordt gebruikt voor het gebouw).
Je zou kunnen zeggen dat hun verhouding een vrij horizontale was.

Langzaam aan werd de kerk een machtsinstituut, dat ook steeds meer politieke macht verwierf.
De afstand tussen gelovigen en de kerk als instituut vergrootte. De intolerantie voor andersdenkenden ook (heksen- en ketterprocessen).
De dialoog verwerd tot een dictaat.
De kerkgebouwen groeiden mee. De gotische basilieken en kathedralen waren letterlijk bedoeld als Stairways to Heaven.
Meer imponeren dan uitnodigen.
De verticalisering van de verhoudingen werd in de bouw ook zichtbaar.

De afstand tot de gelovigen nam toe; ook de onmacht of onwil om de nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen, met name in de tweede helft van de twintigste eeuw, te erkennen en te voorzien van een begripvolle invulling of commentaar.
De kerken liepen leeg. De Kerk leek de taal en de veranderende wereld van de gelovigen niet meer te begrijpen. En bleef achter in haar hierarchische houding, die met het evangelie niet echt veel meer te maken had.

Ondertussen worden tegenwoordig de kerken gesloopt (en moskeeen gebouwd).
Heiligenbeelden sieren hippe winkeltjes, cafes of de huizen van atheistische trendsetters.
De schandalen rond misbruik slaan grote gaten in de laatste restjes aanzien die het instituut kerk nog had.

De echo van het simpele maar waarachtige geloof van de mensen van het kerkje van Chanet is nog maar heel flauw te horen.
Toch was dat het geloof zoals het bedoeld is: dichtbij de mensen, dichtbij de natuur, dichtbij God.
En met die ene simpele boodschap: heb uw naaste lief als u zelf.
Wie weet ligt in dat soort geloofsbeleving de toekomst van een nieuwe kerk.
Ekklesia als hernieuwde opdracht of uitnodiging.

Het gedicht Basilica gaat over de teloorgang van die ontspoorde kerk en is het tegenwicht voor de cyclus over het kerkje van Chanet.

zaterdag 1 januari 2011

Basilica


Zelfs stilte
heeft een echo

die blijft hangen
onder bogen van arduin.

Het middenpad sleets
van hostiewaarts geschuifel,

vervalend rood damast
waar men ooit met open mond
de ogen sloot.

Glas in lood
schenkt fletse martelaars
hun laatste kleur

het orgel
houdt de adem in,
fuga en toccata
hurken in de knokkels.

Degenen die hier waarden
bouwden bogen
om hun angst
te vangen

te temmen ook
met wierook
zwaaiend
en gregoriaans.

Zelden sijpelt dezer tijden
nog een rozenkrans
door vrome handen

zelden prevelt hier
iemand nog de stilte
in-devoot aaneen.

De tijd is ingevuld
de angst is afgekocht;

geloof allang
door waan van weten afgelost.


© jan smulders (eerste prijs Raadselige Roos 2004)

in basilica modestas: inkeer in soberheid






abdijbasiliek Val-Dieu, november 2011
foto's: MP 2011

interlude 3: betrokkenheid

Er zijn priesters die betrokkenheid en mondigheid als opdracht vanuit het Evangelie zien. Een van hen is de duitse Lothar Zenetti, pastor, activist en dichter.
De volgende twee teksten geven in hun simpelheid grote waarden en waarheden weer:

Zu sagen, man müßte was sagen
 
Zu sagen, man müßte was sagen, ist gut,
man müßte
man müßte was sagen.
Abwägen ist gut, es wagen ist besser,
doch wer macht den Mund denn schon auf?
 
Zu sagen, man müßte was machen, ist gut,
man müßte
man müßte was machen.
Gerührtsein ist gut, sich rühren ist besser,
doch wo ist die Hand, die was tut?
 
Zu sagen, man müßte was geben, ist gut,
man müßte
man müßte was geben.
Begabtsein ist gut, doch geben ist besser,
doch wo gibt es den, der was gibt?
 
Zu sagen, man müßte was ändern, ist gut,
man müßte
man müßte was ändern.
Sich ärgern ist gut, verändern ist besser,
doch wer fängt bei sich damit an?
 

en verder:


„Was keiner wagt“

Was keiner wagt, das sollt Ihr wagen
Was keiner sagt, das sagt heraus,
was keiner denkt, das wagt zu denken, was keiner ausführt, das führt aus.

Wenn keiner ja sagt, sollt Ihr´s sagen,
wenn keiner nein sagt, sagt doch nein,
wenn alle zweifeln, wagt zu glauben, wenn alle mittun, steht allein.

Wo alle loben, habt Bedenken,
wo alle spotten, spottet nicht,
wo alle geizen, wagt zu schenken,
wo alles dunkel ist, macht Licht!